Moe, gefrustreerd, pijn, triest, geen zin, slapen, huilen, bang, ziek, wanhopig. Nu heb ik nog maar een derde van de gevoelens omschreven, voor de rest bestaan geen woorden. Het zijn schaduwen die enkel bekend zijn bij mensen die het ooit voelden.
Ik heb me heel vaak onbegrepen gevoeld toen ik ziek was. Nog steeds heb ik het gevoel dat enkel mensen die het van heel dichtbij meemaakten in hun omgeving weten wat het is. Ik zou het zo graag heel concreet en helder kunnen uitleggen, maar dat kan ik nog steeds maar deels.
Laat me beginnen bij moe. Het is niet de soort moe die je voelt na een lange werkdag, of na een fietstocht van 100 kilometer (al zou ik niet weten hoe dat voelt, want ik heb al zadelpijn na 5 km). Het is een soort moe die in je bloed stroomt, tot in elke porie. Eentje die je niet kan oplossen door eens vroeg te gaan slapen. Het is een soort moe die als een waterval op je hoofd valt wanneer je de 12 meter naar de keuken wandelt voor een glas water, waar je dan in het midden van de keukenvloer moet gaan zitten om uit te rusten. Het is een variant van vermoeidheid die ervoor zorgt dat je een tiental uur per nacht slaapt, om dan nog één à twee dutjes van twee uur per dag te doen. Dus ja, ik was moe.
Maar ik was ook gefrustreerd, want ik wilde zo veel dat niet kon. Ik dacht dat ik eindelijk tijd had. Tijd om een nieuwe badkamer te kiezen, om boeken te lezen, af te spreken met vrienden. Tijd om alles in te halen wat ik gemist had door zo hard te werken. Maar het enige wat ik kon was in de zetel zitten en hoogstens een beetje televisie kijken. En zelfs daar mocht het niet te veel breincapaciteit vragen, dus hoog aangeschreven politieke series die al lang op mijn lijstje stonden, bleven daar staan en ik keek naar The Mentalist. Het had eender welke andere Amerikaanse crimi kunnen zijn, maar het leidde me af en vroeg niet te veel. Begrijp me niet verkeerd, ik vind de Mentalist nog steeds geniaal, ik vernoemde zelfs mijn kat Patrik naar het hoofdpersonage. Maar ik kon niets van mijn to-do-lijstjes schrappen en dat was irritant (en ook symptomatisch).
Wat ik op voorhand helemaal niet had voorzien, was de fysieke pijn. De eerste weken en zelfs maanden had ik ongelofelijke spierpijn, van het niveau van een zware griep of de dag na een marathon (opnieuw, ik heb eigenlijk geen idee, ik vind lopen verschrikkelijker dan een burn-out). Het leek alsof al mijn spieren maanden of zelfs jaren lang onder constante spanning hadden gestaan en nu stilaan los lieten. Door die pijn werd het nog moeilijker om te bewegen, waardoor mijn rug en schouders ook nog eens pijn deden door in rare houdingen in de zetel te hangen. Maar ik had ook hoofdpijn, buikpijn, ik raakte op de raarste momenten in ademnood en ik tandpijn van te hard op mijn tanden te bijten (ironisch – ha!). Doordat ik voordien zo lang niets meer gevoeld had door me de hele tijd af te leiden, kwam die pijn eens zo hard binnen.
Dan was er ook nog zoiets als ‘De Waas’ (niet die gezellige Tom, helaas). De hele tijd hing er een soort mist in mijn hoofd, of zelfs voor mijn ogen, alsof mijn bril niet gepoetst was. Ik registreerde minder, ik onthield minder, ik hoorde vaak dingen niet, was mij niet bewust van mijn omgeving. Allemaal dingen die ik normaal net heel erg kan en ben, gezien mijn hoogsensitiviteit. Die waas zorgde er voor dat ik me afsloot voor veel dingen, ik vond de moed niet om te antwoorden op berichten of de telefoon op te nemen. Soms zat ik gewoon, in de mist, niets te doen, niets te voelen. Om dan tien minuten later totaal overvallen te worden door mijn zo lang genegeerde gevoelens, die opdoemden als grote totempalen. Soms grote levensbelangrijke palen, zoals mijn toekomst en de zin van het leven, maar soms ook gewoon grote tristesse omdat de peper en zout-chips op was.
Ik was vooral ook heel wisselvallig. Alles wat ik net beschreef, voelde ik op één dag, honderden gevoelschakeringen na elkaar, met tussendoor wat totale lethargie en apathie. Ik moet hier dan ook even mijn lief bedanken (die later nog wel een ode krijgt), die dit alles mee moest ondergaan. Op een uur tijd veranderde ik zo vaak van gedachten dat ik hem soms 4 keer wegstuurde omdat ik alleen wilde zijn, om hem daarna te bellen (hij zat boven, ik geraakte niet tot daar) dat ik hem nodig had. En hij ging peper en zoutchipskes kopen, hield mij vast, had geduld, luisterde en deed nog zo veel meer. Ik kan mij niet inbeelden dat ik hier alleen door moest en hoeveel adjectieven ik dan nog meer had moeten gebruiken.
Anneliefs.
P.S. Hieronder een fotocompilatie van de posities waarin ik dutjes deed.
Dat je zo mooi over jezelf schrijft, bewijst dat je op je poten terecht komt! Als een kat na zeven dutjes.
LikeGeliked door 1 persoon
Het van je afschrijven doet al veel. Ik kan mijn oude ik hierin herkennen. Mooi geschreven.
LikeGeliked door 1 persoon
Perfect neergepend over hoe het voelt om een burn-out te “ondergaan”. 🙂
LikeGeliked door 1 persoon